Eén van onze bezoekers stuurde ons de volgende brief.
Ik herinner nog de uitspraak van Balkenende, al weer een tijdje geleden, “fatsoen moet je doen”, was toen de leuze aan het begin van een parlementaire periode. Maar met zo’n uitspraak alleen kom je er niet in de huidige samenleving, anno 2012/13. De samenleving wordt steeds meer geïndividualiseerd. Wat je doet maakt niet uit, als het maar in je eigen belang is, zo is de indruk van veel stromingen. Dat riekt dus naar onfatsoen, onbeleefdheid, soms onbeschoftheid. Fatsoenlijkheid heeft vooral te maken met het dagelijks gedrag tussen mensen. Fatsoen kun je de ander niet opleggen of afdwingen. Fatsoen moet je zelf willen, vind ik.
Als ik familie spreek in ‘s lands grootste stad, dan verneem ik dat de omgangs-vormen daar soms grenzen aan hufterigheid, dat daar wel degelijk sprake is van een morele crisis. In de wat kleinere plaatsen in ons land is het wat dat betreft goed leven, hoor ik dan, maar door de schaalgrootte gebeurt het daar natuurlijk ook veel onopvallender. Niet een ieder is er vaak getuige van.
Soms slaat een bepaald voorval van onfatsoen een flink deuk in ‘s mens “positieve grondhouding”, iets wat uzelf ook wel eens zal zijn overkomen. Als dan sprake is van een echte “deuk” kan het soms dagen duren voor die nare ervaring wegebt. Onfatsoen jegens de ander kan immers zo gemakkelijk worden hersteld met: ”Sorry, zo had ik het niet bedoeld”.
Als ik dan even afdwaal naar m’n schoolboeken van heel vroeger dan leerde ik dat normen en waarden geen specifieke menselijke eigenschap waren, dus niet aangeboren, maar van bovenaf werden opgelegd. Al in de Egyptische tijd was het de farao die, bij de gratie Gods, de waarden en normen vastlegde. Dat principe blijft in latere tijden voortgang vinden. Steeds minder, maar nog tot op dag van vandaag zijn er geestelijke of wereldlijke leiders die de waarden en normen voor de eigen gemeenschap vastleggen. In sommige culturen is voor vrouwen een hoofddoek verplicht of moet zij soms haar hele lichaam bedekken, in weer andere zijn vrouwen “verplicht” een hoofddeksel te dragen bij kerkbezoek. Anders doen is onfatsoen jegens……(vul zelf maar in). Iets anders is het huidige strenge rookverbod in publieke ruimtes. Was het laatste voorheen heel gewoon, tegenwoordig wordt het als onfatsoenlijk aangemerkt als je je daaraan niet houdt. Kleding die op het strand als correct wordt ervaren, geldt in op straat vaak als niet fatsoenlijk. In een jeans vol met gaten kon je je vroeger met fatsoen niet op straat vertonen, tegenwoordig zie je soms meer gaten dan stof.
Zo komt het ook voor dat fatsoen uit het verleden tegenwoordig als onfatsoenlijk wordt gekenmerkt. Want met flink smakken en boeren tijdens het eten gaf je vroeger aan dat het je smaakte. Daar moet je tegenwoordig eens mee aankomen. Zo moest je aan het begin van de vorige eeuw niet in je hoofd halen om op een publieke tennisbaan te spelen met (ont)blote armen of benen. Ruim vijftig jaar geleden werd ik door mijn latere schoonmoeder vermanend toegesproken omdat ik mijn latere zwager van toen tien jaar oud, op zondag een ijsje had gegeven. Dat was niet fatsoenlijk op zondag. Ze moest er vele jaren later om lachen.
Fatsoen is in feite het voldoen aan de “geldende” normen en waarden voor de tijd en plaats waar je je bevindt. Dat kan dus overal anders zijn. Duidelijk is dat fatsoenlijkheid vooral te maken heeft met het dagelijks gedrag van mensen. Voor veel mensen heeft fatsoenlijkheid ook vaak een negatieve klank gekregen omdat het soms gelijk wordt gesteld met bekrompenheid. Fatsoen wordt niet alleen opgelegd, zoals ik al aangaf, maar in de eigen leefomgeving wordt het gewoon verwacht. Daarbij ontdek je dat volledig onafhankelijke mensen, dus met een eigen bedrijf, fatsoen vaak anders hanteren dan iemand in loondienst. De mens in loondienst wordt na zijn pensionering ineens ook onafhankelijk en sommigen hebben dan de neiging het aloude opgelegde fatsoen “gedag” te zeggen en qua normen en waarden andere mensen worden. Zij durven het dan aan onfatsoenlijk te zijn tegen degene waarvan zij weten dat deze zijn/haar verdere functioneren in de maatschappij toch niet kan belemmeren, dus openlijk geen enkel respect weten op te brengen jegens de betrekkelijk naaste. Dus: “Wie maakt mij wat op mijn leeftijd.”
Mensen die de oorlog hebben meegemaakt heb ik, net als u misschien, wel eens horen zeggen:”Er moet hier eerst weer een oorlog uitbreken voordat men weer echt beseft wat normen en waarden betekenen.” Maar zolang dat, naar ik hoop, uitblijft zal onze maatschappij steeds meer verharden wegens o.a. egoïsme, respectloosheid, onverdraagzaamheid en onfatsoen. Dus, fatsoen moet je doen.
Nijverdal, december 2012, Frits Bentsink
Gerrit schreef op 15-12-2012Mooi geschreven, ook ik wens Katie en Frits een hele fijne gezegende kerstdagen toe en een voorspoedig 2013
Frans uit het Dal schreef op 15-12-2012Frits goed geschreven. Er zijn nog veel mensen die fatsoenlijk zijn, dus houdt moed. eveneens een goede kerst en een goed nieuwjaar toegewenst.
Katharina schreef op 15-12-2012Respect, waardering en fatsoen staan dicht bij elkaar. Waardering voor je mooie foto-dvd die ik bij Bruna kocht. Daar staat ook de foto op die je voor je kerstkaart gebruikte. Succes, ook daarmee